Om hieraan te werken, hebben wij de volgende actiepunten:
- Bij nieuwbouw komen er minimaal 35% sociale huurwoningen, en 20% woningen in het middensegment (betaalbare koopwoningen en middeldure huurwoningen).
- Er wordt ‘dichter’ gebouwd: meer (kleinere) woningen per project, en waar mogelijk meer de hoogte in.
- Woningbouwprojecten worden zo snel mogelijk uitgevoerd.
- Nieuwe woningen worden beter afgestemd op de woonwensen van verschillende doelgroepen. Er komen meer woningen voor jongeren, singles en ouderen. Denk aan studio’s, tiny houses of een ‘knarrenhof’.
- Woningen zijn geen handelswaar. Daarom voeren we een zelfbewoningsplicht en een anti-speculatiebeding in voor koopwoningen. Wel moet het mogelijk blijven om studentenwoningen te verhuren. Het uitbuiten van huurders moet worden aangepakt.
- Een huurplafond en een maximale huurstijging voor de vrije sector worden ingevoerd.
- We investeren in gemengde wijken.
- Als woningbouw niet meteen mogelijk is op een locatie die wel een woonfunctie moet krijgen, wordt het mogelijk gemaakt om tijdelijke huisvesting te realiseren. Denk aan tijdelijke woonunits, tiny houses en flexwoningen.
- Woningcorporaties moeten sloopflats langer aanhouden, zodat leeggekomen woningen tijdelijk kunnen worden verhuurd.
- Er mag alleen gesloopt worden als er evenveel of meer woningen voor terugkomen op dezelfde locatie.
- De Zaneveld-flats mogen alleen worden gesloopt als hiervoor evenveel woningen worden teruggebouwd in hetzeflde segment (sociale huur) en dezelfde doelgroepen (dus niet alleen senioren).
- Waar mogelijk worden lege bedrijfs-, winkel- en kantoorpanden omgevormd tot woningen.
- Bereikbaarheid is belangrijk bij de keuze voor een woning. Daarom investeren we in goede fietspaden, deelvervoer en regelmatige OV-verbindingen.
- Woningbouw mag niet ten koste gaan van onze groene parken.
- De parkeernorm (aantal verplichte parkeerplaatsen per woning) gaat omlaag. Niet iedere doelgroep en iedere locatie vraagt immers om 2 auto’s voor de deur. Zo blijft er meer plek over voor groen en speelplekken.
- Dakloze mensen krijgen een dak boven hun hoofd, en structureel hulp bij de aanpak van hun problemen.
- Burgers en bewonerscommissies worden actief betrokken bij bouwplannen en bij de verbetering van hun eigen woonomgeving.
- Er komt een overzichtelijke, actuele website waarop alle bouwplannen binnen de gemeente Maassluis worden uitgelegd.
- Rond en langs de metrolijn komen studentenwoningen. Deze doelgroep kan nu praktisch nergens terecht in Maassluis.
- De garages en vrachtwagen-parkeerplaatsen op A-locaties langs de metrolijn maken plaats voor woningen. Uiteraard wordt er voor de huidige gebruikers een alternatieve plek gezocht en worden onkosten vergoed.
- Op de grasvelden bij station West en de Koningshoek komen woningen. Bij voorkeur een iconische woontoren met goedkopere én duurdere koop- én huurappartementen, een levendige ‘plint’ vol horeca, en een openbaar dakterras als toeristische trekpleister.
- In Het Wilgenrijk en op De Kade komt meer hoogbouw, zodat er meer woonruimte komt en er toch ruimte overblijft voor het groen. Ook in deze gebieden komen meer sociale huurwoningen, middeldure huurwoningen en betaalbare koopwoningen.
- De Kapelpolder moet snel herontwikkeld worden tot woongebied. Met de pandeigenaren moet de gemeente oplossingen zoeken.
- Een bedrijf gespecialiseerd in industriële reiniging zoals Vecom past niet midden in een woonwijk, omdat er wordt gewerkt met gevaarlijke producten. De gemeente moet actief op zoek naar een locatie voor dit bedrijf op een veiliger plaats buiten het wooncentrum van Maassluis.
- Bij de Spechtstraat komt er op de appartementen minimaal 1 woonlaag bij, zodat een woongroep mogelijk wordt.
- Er komt meer huisvesting voor arbeidsmigranten en statushouders. Ook zij hebben te maken met het woningtekort en vaak schrijnende situaties. De gemeente Maassluis moet hierbij ook het Westland op zijn schouders tikken. In die gemeente werken nu veel arbeidsmigranten, maar er zijn te weinig woningen voor deze mensen, waardoor zij naar randgemeenten zoals Maassluis moeten uitwijken.
- De gemeente gaat beter samenwerken met andere gemeenten om woningbouw te versnellen.
- De gemeente stimuleert het gebruik van regentonnen en stelt deze beschikbaar aan inwoners. Hiermee wordt het rioolstelsel ontzien en wordt minder drinkwater gebruikt om plantjes te begieten.
- Steeds meer particuliere tuinen worden “onderhoudsarm” gemaakt door ze grotendeels te betegelen. Hierdoor krijgt de stadsnatuur te weinig ruimte, en raakt het riool bij (zware) regenbuiten overbelast. Gemeente Maassluis moet meer ruchtbaarheid geven aan promotie-acties zoals Operatie Steenbreek (waarbij bewoners tegels kunnen inruilen voor plantjes), en stelt gratis boompjes en planten beschikbaar voor mensen die hun tuin willen vergroenen.
- De daken van nieuwbouw worden verplicht functioneel ingericht. Bijvoorbeeld met een groen dak, zonnepanelen of een dakterras. Kale daken zijn zonde van de ruimte.
- Maassluis moet vóórlopen op de landelijke bouwnormen, en nu al inzetten op de hoogst haalbare duurzaamheidsnormen. ‘Nul op de meter’-woningen worden de nieuwe standaard bij de nieuwbouw.
- Nieuwbouwwoningen mogen geen open haard meer krijgen. Overlast van bestaande open haarden wordt teruggedrongen door voorlichting over rook-arm stoken. Stoken wordt verboden als het windstil is.