Afgelopen zaterdag vond er een olielek plaats waardoor honderden zwanen besmeurd raakten. Adri Huisman spreekt haar waardering uit voor alle vrijwilligers die zich hebben ingezet om de dieren te redden, maar plaatst wel vraagtekens bij de oorzaak en de gevolgen van het lek.

Wat een hectische dagen voor Maassluis. Door een olielekkage zaterdagavond 23 juni 2018 uit een schip in de 3e Petroleumhaven (Botlek Rotterdam) stroomde onze mooie rivier vol met dikke zwarte giftige stookolie.

Al snel werd duidelijk dat er zich voor de dieren op en langs het water een ramp voltrok. Hónderden zwanen zwommen met een vervuild verendek door de olie, sommigen compleet zwart. Hulp kwam snel op gang. Uit alle hoeken en gaten kwamen dierenambulances, dierenartsen en andere dierenhulpverleners, en veel particulieren uit Maassluis en omstreken gingen ook aan de slag.

Met bootjes van de brandweer werden veel zwanen uit de drab gehaald en naar de steiger op ’t Hoofd gebracht, en dat bleek een lastige klus! Eenmaal aan wal werden de dieren in doeken gewikkeld in kratten en dozen gezet, en zo snel als het kon naar de opvang in Rotterdam gebracht waar ze na tot rust te zijn gekomen gereinigd zouden worden. Het was een enorme drukte op het Hoofd; allerlei hulpvoertuigen, opvangtent met medewerkers van de dierenambulances, mensen die hun hulp kwamen aanbieden, en heel veel regionale en landelijke pers.

Al snel werd duidelijk dat er veel meer ruimte nodig zou zijn dan alleen de Vogelklas Karel Schot in Rotterdam. Met 250 zwanen waren zij meer dan vol, terwijl toen al duidelijk was dat het om ongeveer 800 zwanen ging! In Maassluis is zondag in allerijl een gebouw op de Gemeentewerf ingericht voor opvang en reiniging van de dieren.

Na oproepen via sociale media stroomden ook al snel hulpmiddelen toe; bedrijven en particulieren brachten grote kratten en dozen, schoonmaakmiddelen, stápels handdoeken en lakens om de dieren in te wikkelen, geweldig. Heel Maassluis heeft nu waarschijnlijk opgeruimde linnenkasten. Alle lakens en handdoeken die men kon missen werden naar het Hoofd gebracht, en later naar de Gemeentewerf. Zelfs zoveel dat de hulpverleners op een gegeven moment de mensen terug moesten sturen. Er waren genoeg spullen, en alle drukte was natuurlijk niet goed voor de gestreste zwanen!

Maandag heeft Rijkswaterstaat een noodhospitaal bij de Maeslantkering neergezet waar vanaf dinsdag de dieren behandeld kunnen worden. Wat hebben alle vrijwilligers hard gewerkt, en wat een inzet. Petje af voor deze mensen! Op de Gemeentewerf is de hele nacht doorgewerkt – veel mensen hebben lange dagen gemaakt, en de “klus” is nog lang niet geklaard. Het schoonmaken en verzorgen van de dieren die deze ramp hebben overleefd gaat nog wel even duren.

Er worden nog steeds vervuilde dieren gevonden, vaak verstopt in de begroeiing van oevers, op de landtong aan de overkant, maar ook verder weg. Sommige zwanen waren nog in staat om een stuk weg te vliegen, en zijn o.a. in het Westland en Midden Delfland terechtgekomen. Wat de olievervuiling verder nog zal aanrichten is nu nog niet te zeggen. Over hoe de kleinere watervogels, de insecten, de vissen en andere waterdieren er aan toe zijn is nauwelijks iets bekend.

Veel vragen zijn nog niet beantwoord; hoe kon de olie zich zó snel over Het Scheur en verderop op de Nieuwe Waterweg verspreiden. Waardoor kwam er door een relatief kleine aanvaring tegen een steiger direct zo’n groot gat in het schip? Is de stookolie geanalyseerd? was de stookolie bijgemengd met chemische afvalstoffen? Was er wel een loods aan boord? Wat betekent deze ramp voor de toekomst als door de komende uitbreiding van de Petroleumhaven meer en grotere schepen daarheen gaan varen? Wordt er geëvalueerd over hoe de communicatie en de coördinatie tijdens de hulpacties is verlopen? Is er vanuit de gemeente voldoende en goede voorlichting gegeven aan de inwoners van Maassluis? Zorgt de op de oevers achtergebleven oliedrab voor gevaar?

Vragen waar vroeg of laat een antwoord op moet komen, om ervoor te zorgen dat zoiets niet meer kan gebeuren, en dat er bij ongelukken in de Rotterdamse havens sneller en beter kan worden ingegrepen.